Airconditioning

Onderwerp:

  • Werking van het airconditioningssysteem

Werking van het airconditioningsysteem:
In het ingeschakelde airconditioningsysteem circuleert koudemiddel. Dit koudemiddel maakt steeds een toestandverandering mee (van vloeistof naar damp en andersom). Het koudemiddel zit in een gesloten systeem en zorgt in principe alleen maar voor de overdracht van temperaturen.

Hieronder wordt kort uitgelegd hoe het systeem werkt. Alle onderdelen worden uitgebreid omschreven en er worden illustraties gebruikt om het te verduidelijken. Klik daar voor op het desbetreffende onderdeel.

De compressor pompt het koudemiddel van de airco in dampvorm door het hele systeem rond. De druk en temperatuur worden bij het verlaten van de compressor verhoogt. Vanaf de compressor wordt het koudemiddel in de condensor gepompt. De (warme) damp vanaf de compressor koelt in de condensor af. Het condenseert. Dat bekent dat de damp een vaste vorm aan neemt en daardoor over gaat in vloeistof. Vanaf de condensor komt het vloeibare koudemiddel in de filter / droger terecht, die zoals zijn naam al doet vermoeden, het koudemiddel filtert en er vocht uit verwijdert (droogt), wat erg belangrijk is voor de werking van het systeem. Het koudemiddel vervolgt zijn weg naar het thermostatisch expansieventiel (TEV-ventiel of blokventiel genoemd) of het capillair (afhankelijk van het systeem). Deze hebben beide de zelfde hoofdfunctie; namelijk om de druk (en daarmee ook het kookpunt) te verlagen. Bij het verlaten van het expansieventiel of capillair zal de druk van het koudemiddel van 14 bar naar 2 tot 3 bar zijn gezakt en daarmee spontaan overgaan in verzadigde damp. Deze verzadigde damp gaat met een temperatuur van tegen het vriespunt door de verdamper heen. De lucht die het interieur in geblazen wordt, wordt ook door deze condensor geblazen. Doordat het koudemiddel zo’n lage temperatuur heeft, wordt deze lucht ook afgekoeld. Het koudemiddel word daarmee iets opgewarmd (5 graden) en gaat in dampvorm weer naar de compressor. Deze cyclus blijft zich constant herhalen.

De airconditioning zorgt er ook voor dat het vocht uit de buitenlucht verwijderd wordt. Bij systemen met climate control (meestal niet in auto’s te vinden) wordt de luchtvochtigheidsgraad gemeten en eventueel bijgeregeld. Droge lucht kan leiden tot droge ogen en een droge mond; het menselijk lichaam raakt met een airconditioning ook uitgedroogd. Het vocht dat uit de buitenlucht wordt gehaald wordt bij de condensor afgevoerd naar de buitenlucht. Meestal loopt er een afvoerkanaaltje naar de onderzijde van de auto. Met ingeschakelde airco ontstaat er een plasje water onder de auto. Dit water is feitelijk verwijderd uit de lucht die het interieur van de auto binnen is gestroomd. Het afvoerkanaaltje moet wel vrij gehouden worden. Bij verstopping of beknelling bestaat de kans dat de vloermatten in de auto nat worden, omdat het water niet meer naar de straat afgevoerd kan worden.

error: Alert: Content is protected !!