You dont have javascript enabled! Please enable it!

Parkeerrem / handrem

Onderwerpen:

  • Parkeerrem
  • Trommelrem als parkeerrem
  • Schijfrem als parkeerrem
  • Combinatie van schijfrem en trommelrem
  • Elektromechanische parkeerrem met elektromotor op de remklauw
  • Elektromechanische parkeerrem met remkabels naar de elektromotor

Parkeerrem:
De parkeerrem wordt vaak “handrem” genoemd, omdat de hendel bij veel auto’s met de hand moet worden aangetrokken. De onderstaande afbeelding toont de parkeerrem met een handremhendel, remkabels en trommelremmen. Wanneer de bestuurder de handremhendel omhoog beweegt, zorgt een intern mechanisme dat de hendel blokkeert en omhoog blijf staan. Als de hendel is bediend, wordt de voorste handremkabel aangetrokken. De linker en rechter handremkabels zijn door middel van een compensatiebeugel aan de voorste handremkabel verbonden. De compensatiebeugel maakt het mogelijk de speling op te vangen; denk hierbij aan één uitgerekte handremkabel of een onjuist afgesteld mechanisme in de remtrommel. Als één kabel om die reden langer is dan de ander, zal de compensatiebeugel scheef komen te staan. Toch zullen beide remkabels even strak worden aangetrokken bij het bedienen van de handremhendel.

De voorste handremkabel is door middel van een afstelmoer met de compensatiebeugel verbonden. We kunnen deze afstelmoer verdraaien om de volgende redenen:

  • Handrem afstellen. Dit kan nodig zijn als de handremhendel bijv. acht tandjes omhoog moet worden getrokken voordat de remmen geblokkeerd zijn.
  • Demonteren van handremkabels, handremmechanisme in remtrommels of remklauw. De demontage van bepaalde delen zonder de kabels te onstpannen is vaak niet mogelijk.

De bovenstaande uitleg heeft betrekking op de veelvoorkomende kabelbediende parkeerrem. Er zijn tegenwoordig ook andere uitvoeringen, zoals parkeerremkabels die met de voet worden bediend en de elektrische parkeerrem. Op deze pagina worden de verschillende uitvoeringen van de parkeerrem beschreven.

Trommelrem als parkeerrem:
Wanneer een auto is uitgevoerd met trommelremmen op de achteras, zit hier een parkeerremmechanisme ingebouwd. Bij het aantrekken van de handremkabel (zie de rode pijl links van de kabel) wordt de donkerblauwe hevel in de afbeelding aan de onderzijde naar links getrokken. De hevel scharniert in het rechter (lichtblauwe) remsegment en duwt de remvoering tegen de (gele) remtrommel aan.

De witte afstandhouder staat in verbinding met de donkerblauwe hevel en het linker (lichtblauw) remsegment. De beweging van de hevel wordt hieraan doorgegeven, zodat ook van dit remsegment de remvoering tegen de remtrommel wordt gedrukt.

Bij het ontspannen van de parkeerremkabel duwt veer aan de handremkabel de binnenkabel weer naar de beginstand. De veren de remsegmenten trekken de remsegmenten en de voeringen weer weer naar elkaar, zodat de remvoeringen los komen van de remtrommel.

Door slijtage van de remtrommel wordt de diameter aan de binnenzijde iets groter. De remsegmenten bewegen daardoor verder naar buiten om de remtrommel te raken. Bij ouderhoud en reparaties moeten we de remtrommel van de as verwijderen. Het demonteren van de trommel is in de meeste gevallen niet mogelijk zonder het terugstellen van de remsegementen.

Het mechaniek bevat een kartelwiel of een palletje dat met een platte schroevendraaier moet worden teruggedraaid of verschoven. De afbeelding toont de beweging van de schroevendraaier om het kartelwiel te verdraaien. Het naar één kant draaien van het kartelwiel zorgt ervoor dat de segementen naar elkaar bewegen; de afstandhouder wordt kleiner en de veren van de remsegmenten trekken de segmenten naar elkaar toe. Zodra het kartelwiel ver genoeg is teruggedraaid, kan de remtrommel worden losgenomen. 

Bij montage moeten we uiteraard het kartelwiel de andere kant op draaien, zodat de segmenten weer in de goede stand komen te staan.

Schijfrem als parkeerrem:
Een auto die is uitgevoerd met schijfremmen achter, kan zijn voorzien van een parkeerremmechanisme. In de volgende afbeelding is de remklauw met de parkeerrem-hefboom te zien. De hefboom is door middel van een kabel met de parkeerremhendel in het interieur verbonden. Wanneer de bestuurder de hendel bedient, zal de hefboom op de remklauw verdraaien en intern een mechaniek laten bewegen. De parkeerrem maakt gebruik van dezelfde remzuiger als de bedrijfsrem, die door middel van het hydraulische remcircuit wordt bediend. Tijdens de bediening van de rem drukt de remzuiger het binnenste remblok tegen de remschijf. De “zwevende remklauw” wordt, als gevolg van de geleidepennen, naar de kant van de remzuiger getrokken, zodat de buitenste remblok ook tegen de remschijf wordt getrokken.

Lees hier meer over de schijfrem.

Bij het bedienen van de parkeerrem wordt via de remkabel de parkeerremhefboom verdraaid. De bedieningsas en nokkenschijf zijn met de hefboom verbonden en zullen mee verdraaien. Daarnaast maakt deze bedieningsas een zijdelingse slag die ervoor zorgt dat de remblok tegen de remschijf wordt gedrukt. De zijdelingse slagbeweging ontstaat doordat de nokkenschijf tijdens het verdraaien met het steeds dikker wordende gedeelte langs drie kogels draait. Wanneer de bestuurder de parkeerrem nog krachtiger aantrekt, zal de nokkenschijf de drukstang nog verder naar buiten drukken.

De stelmoer en drukveer hebben als taak om de slijtage van de remblokken op te vangen. Bij slijtage worden de remvoeringen dunner en zal de stelmoer als een “zelfstellende mechanisme” deze speling opvangen. Bij het vervangen van de remblokken moet de remzuiger om die reden met speciaal terugstelgereedschap worden teruggedraaid.

Combinatie van schijfrem en trommelrem:
In de bovenstaande paragrafen zijn twee verschillende soorten remsystemen beschreven: de trommelrem en schijfrem. De bedrijfsrem (die met het voetrempedaal hydraulisch wordt bediend) is in deze uitvoeringen gecombineerd met een parkeerremmechanisme.

Een aantal autofabrikanten (o.a. BMW en Opel) combineren deze remsystemen op de achteras. De remschijf dient als bedrijfsrem. De binnenzijde van de remschijf doet dienst als remtrommel voor de parkeerrem. In de afbeelding is dit duidelijk te zien aan de remsegmenten. De remkabel bedient het mechaniek van de trommelrem om de remschijf af te remmen cq. blokkeren.

Daarnaast is een alternatief bedieningsmechanisme te zien. De bestuurder bedient de parkeerrem door het parkeerrempedaal in te duwen. Dit pedaal bevindt zich uiterst links naast de A-stijl.

Bij het bedienen van het parkeerrempedaal zorgt een blokkeermechanisme dat het pedaal ingedrukt blijft. Het krachtiger indrukken van het pedaal zorgt dat deze met meer “klikjes” naar beneden beweegt en de parkeerrem krachtiger blokkeert.

Om de parkeerrem te ontgrendelen, dient de bestuurder aan de ontgrendelingshendel te trekken. De hendel is met de ontgrendelingskabel verbonden met het mechanisme achter het parkeerrempedaal. De parkeerrem zal direct volledig ontgrendelen en het pedaal schiet weer in zijn uiterste stand omhoog.

Een soortgelijk mechanisme kan ook zonder de ontgrendelingshendel zijn uitgevoerd. O.a. Toyota en voertuigen van Amerikaanse fabrikanten zijn voorzien van een parkeerrempedaal met automatische ontgrendeling. Met actieve parkeerrem, kan de bestuurder door het pedaal nogmaals te bedienen het mechanisme weer ontgrendelen.

Elektromechanische parkeerrem met elektromotor op de remklauw:
Voertuigen kunnen zijn uitgerust met een elektromechanische parkeerrem. De bestuurder kan de elektromotor op de remklauwen aan de achterzijde met een knop op het dashboard bedienen. Daarnaast kan het voertuig het parkeerremmechanisme ook aansturen als men op een heuvel stil staat. Deze functie wordt “hill hold” genoemd. De ECU bedient de parkeerrem automatisch bij het stilstaan en wegrijden, zodat het voertuig niet wegrolt. De bestuurder kan zijn of haar voet van het rempedaal afhalen.

De achterremklauwen zijn uitgevoerd met een elektromechanisch mechanisme dat de verdraaiing van de elektromotor overbrengt op de remzuiger.

De elektromotor drijft door middel van een tandriemoverbrenging het tandwiel aan dat in verbinding staat met een kantelplaat. Aan de kantelplaat is een spindel bevestigd. De spindel is in feite een wormwiel dat linksom of rechtsom kan draaien; dit is afhankelijk in welke richting de elektromotor draait. Op de spindel zit een grote spindelmoer gedraaid; de spindelmoer drukt tegen de binnenzijde van de remzuiger. Het verdraaien van de spindel heeft tot gevolg dat de spindelmoer naar binnen of buiten beweegt.

De onderstaande afbeeldingen tonen de elektrische parkeerrem in rust (links) en geblokkeerd (rechts). De spindel is verdraaid, waardoor de spindelmoer de remzuiger tegen de remblok duwt. Omdat er gebruik wordt gemaakt van een zwevende remklauw, worden beide remblokken tegen de remschijf geduwt. De rem is in deze situatie geblokkeerd.

Zodra de parkeerrem wordt uitgeschakeld, drijft de elektromotor via het mechanisme de spindel aan om de spindelmoer weer naar binnen te laten draaien. De spindelmoer trekt de remzuiger niet naar binnen; deze delen zijn niet aan elkaar bevestigd. De remzuiger wordt door de vervormde keerring weer in zijn rustpositie getrokken.

Het bedienen van de parkeerrem gaat in de meeste gevallen handmatig door een knop op het dashboard in te drukken, of via een automatische regeling zodra het contact wordt uitgeschakeld. Het onderstaande schema toont de elektrische componenten van de VW Passat 3C.

Het regelapparaat voor de parkeerrem (J540) ontvangt via de parkeerrem-schakelaar (E538) een signaal als deze door de bestuurder wordt bediend. De voedingsdraad aan de onderzijde van de interne schakelaar (rood) wordt in dat geval verbonden met de signaal-aansluiting van het regelapparaat (groene draad). Zodra de ECU op deze aansluiting een voedingsspanning herkent, weet hij dat de schakelaar is bediend.

Het regelapparaat voorziet de elektromotoren van de remklauwen van een voedingsspanning. In het schema zijn deze draden blauw en bruin weergeven. De polariteit kan worden verwisseld om de motoren in de andere richting te laten draaien.

Naast het signaal van de parkeerremschakelaar, ontvangt de parkeerrem-regeleenheid (J540) ook informatie van andere componenten:

  • ABS-computer (J104) om de rijsnelheid door te geven. De parkeerrem kan niet, of beperkt worden bediend tijdens het rijden. Ook kan de parkeerrem een uitkomst bieden bij een noodstop en de autohold-functie.
  • koppelingspositiesensor (G476): de bestuurder moet het koppelingspedaal bedienen om de parkeerrem uit te schakelen.
  • Autohold-schakelaar (E540): indien het voertuig is uitgevoerd met autohold, schakelt de parkeerrem automatisch in wanneer men op een heuvel stil staat. Voor deze functie worden o.a. de signalen van de ABS-computer en de hellingshoekdetectie gebruikt.

De parkeerrem-regeleenheid voorziet het instrumentenpaneel (J285) van informatie om de controle- / foutmeldingslamp en de buzzer aan te sturen.

Elektromechanische parkeerrem met remkabels naar de elektromotor:
Bij een andere uitvoering van de elektromechanische parkeerrem zitten er geen elektromotoren op de remklauwen bevestigd, maar één centraal op de carrosserie, ter hoogte van de achteras.

De parkeerrem-actuator is door middel van remkabels met de remklauwen verbonden. Het systeem heeft op dit vlak dus overeenkomsten met een handbediende parkeerrem.

De bestuurder bedient deze actuator door op de knop op het dashboard te drukken. De regeleenheid van de parkeerrem schakelt de elektromotor in om de handremkabels aan te trekken of te ontspannen.

Bij het parkeren op een helling zorgt een automatische regeling voor het aansturen van de actuator, zodat het voertuig niet kan wegrollen. 

Gerelateerde pagina’s: